Plafond bij indirecte verlichting

Bij indirecte verlichting mag de gemiddelde lichtsterkte van het plafond niet hoger zijn dan 500 cd/m². Voor bepaalde plafonddelen is een maximale lichtsterkte van 1500 cd/m² toegestaan. Luminantieovergangen mogen op het plafond echter niet te abrupt zijn daar dit als storend en ongelijkmatig wordt ervaren. De gelijkmatige lichststerkte (Lmin/Lgem) mag niet lager zijn dan 1:10.

Plafond bij indirecte verlichting

Bij achtergrondverlichting op wanden moet de maximale lichtsterkte worden beperkt tot 1000 cd/m².

Studies tonen echter aan dat bij een horizontale lichtsterkte op het werkgebied van 500 lx een lichtsterkte aan het plafond van 250–500 lx als aangenaam wordt ervaren. De verhouding tussen plafond en werkgebied moet dus 1:1 of 1:2 zijn. Tegelijkertijd tonen studies aan dat een lichtverdeling van het armatuur van 50-50 vaak de voorkeur heeft. M.a.w.: een armatuur met 50 % direct en 50 % indirect licht.

Neem contact met ons op, dan kunnen we uw volgende project bespreken

We weten dat uitdagingen en behoeften verschillen, afhankelijk van wie u bent en de fase van het project waarin u werkt. Onze kennis over het planningsproces maakt het voor u makkelijker om het goed te doen.